In de eerste helft van 2013 is er een recordaantal van 4983 faillissementen uitgesproken. Een faillissement betekent vaak een persoonlijk drama voor de direct betrokkenen, maar ook voor werknemers, schuldeisers, kredietverstrekkers en consumenten.
Ook de overheid ondervindt nadeel, omdat vaak door de failliet geen belasting is betaald of geen sociale premies zijn afgedragen.
Financiële gevolgen zijn er ook wanneer de Staat financieel moet bijspringen om rechtspersonen (zoals banken en woningbouwcorporaties) overeind te houden van wie de ondergang in het kader van het algemeen belang moet worden voorkomen. Faillissementen hebben een ontwrichtende werking op de economie en dragen in belangrijke mate bij aan (het voortduren van) de crisis en de bezuinigingsmaatregelen. Het aanpakken van faillissementsfraudeurs is dus een speerpunt geworden van het kabinet. Fraudeurs zijn echter met de huidige wetgeving moeilijk te bestraffen. Bewijs dat de failliet in het vooruitzicht van een faillissement opzettelijk schuldeisers heeft benadeeld is vaak moeilijk te vinden. De fraudeurs hebben de belastende documenten meestal (opzettelijk) uit de administratie gelaten. Het voeren van een wanordelijke administratie leidt in de huidige wetgeving echter nog niet tot strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Het nieuwe wetsvoorstel wil hierin verandering brengen vanuit de gedachte dat een onvolledige administratie altijd nadelige gevolgen voor de rechten van schuldeisers kan hebben.Het niet voldoen aan de administratie- en bewaarplicht wordt strafbaar gesteld en wordt bedreigd met gevangenisstraf. Ongeacht of het bedrijf daadwerkelijk failliet gaat en/of er opzettelijk schuldeisers benadeeld worden en ongeacht of de benadeling onherstelbaar is. Ook het doen van volstrekt onredelijke uitgaven of het doen van uiterst risicovolle investeringen voorafgaand aan een faillissement worden strafbaar gesteld.
Het voorgaande is dus voor de ondernemer in elk geval reden te meer om de administratie op orde te hebben. Tegelijkertijd zal de overheid er nog een zware klus aan hebben om voldoende opsporingsambtenaren aan te trekken met de nodige financieel-economische expertise om faillissementsfraude effectief te bestrijden.
mr. D.M. Penn