De aanslagen in Parijs op 7 januari leidden tot een wereldwijde schokgolf, waarbij al snel de leus “Je suis Charlie” de verontwaardiging moest uitdrukken over deze aanval op de vrijheid van meningsuiting en artistieke expressie in de westerse samenleving.
De slogan werd massaal gedeeld en het leek even of iedereen onvoorwaardelijk voorstander van het vrije woord was. De weduwe van één van de tekenaars hekelde echter al snel de hypocrisie van veel personen die achter het “Je suis Charlie”- vaandel liepen, omdat de cartoonisten vóór de aanslag regelmatig werden beschuldigd van racisme en islamofobie en nog niet mochten rekenen op veel solidariteit vanuit de samenleving.
Toen ik de cartoons voor het eerst op het internet bekeek, kon ik mij vanwege de zeer provocerende persiflages ook niet meteen identificeren met Charlie. Het viel mij wel op dat er voor het blad in het geheel geen taboes zijn. Het katholicisme, het jodendom en de (inter)nationale politiek, niets of niemand lijkt te ontkomen aan de bijtende satire van de cartoonisten. In het omgooien van heilige huisjes is het blad in ieder geval consistent.
Die consistentie in de maatschappijkritische opstelling vind ik belangrijker dan de artistieke invulling daarvan. Het moet in een pluralistische, ruimdenkende en tolerante samenleving bij uitstek voor cartoonisten mogelijk zijn om te overdrijven en te ridiculiseren, mits de tekeningen personen of bevolkingsgroepen niet wegzetten of achterstellen. Nu de islam evenals andere religies door het blad wordt gepersifleerd, benadert het blad de islamitische bevolkingsgroep als een gelijkwaardige partner in de samenleving.
Journalist Wouke van Scherrenburg twitterde vorige week over een jongerendebat tussen moslims en niet-moslims waaraan zij deelnam, waar een meerderheid van de aanwezigen ‘respect’ belangrijker vond dan de vrijheid van meningsuiting. Ik leid ook daaruit af dat er meer gezegd en getekend kan worden over bijvoorbeeld religie, als minderheidsgroepen als gelijkwaardige partners in de samenleving worden aangesproken. Omdat de cartoonisten met die gedachte de islam persifleren kan ik zeggen: “Je suis Charlie”.