In de huidige regelgeving is het verkopen van wiet gereguleerd door middel van een (gedoog)vergunningenstelsel, maar het kweken van wiet niet. Dit leidt tot de vreemde situatie dat coffeeshophouders niet worden bestraft voor het verkopen van wiet, maar de telers van dezelfde wiet wel. Overheid en de rechterlijke macht zitten al jaren met deze welbekende ‘achterdeurproblematiek’ in hun maag. Juridisch is het ook niet houdbaar. Er zijn al verschillende rechterlijke uitspraken bekend waarin rechters geen straf- of (ontnemings-)maatregel hebben opgelegd –bijvoorbeeld, als een teler zijn stroomkosten en belastingen heeft betaald. De wiet zal in het huidige gedoogbeleid toch ergens vandaan moeten komen. Dan maar via een teler die de rekeningen betaald.
De overheid wil nu bezien of de keten kan worden gedecriminaliseerd door het – onder strenge voorwaarden – wettelijk reguleren van de teelt. De overheid wil alleen niet van de ene op de andere dag het roer omgooien en heeft besloten om te beginnen met een experiment, waarin telers een aanvraag mogen doen om straffeloos wiet te telen. Coffeeshophouders mogen dan alleen maar wiet afnemen van telers die door de overheid aangewezen zijn. Dit ‘wietexperiment’ staat uitgewerkt in het (ontwerp!) Besluit experiment gesloten coffeeshopketen (verder: het Besluit). Maximaal tien telers en tien gemeentes zullen mogen meedoen. Momenteel wordt nog gezocht naar tien deelnemende gemeenten. In juni jl. heeft de gemeente Hoorn zich aangemeld, maar veel gemeentes aarzelen nog vanwege de strenge voorwaarden. Er wordt naar gestreefd dit besluit in werking te laten treden met ingang van 1 januari 2020. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze datum wordt gehaald. Onder andere omdat zich nog steeds geen tien gemeentes hebben aangemeld.
Als uiteindelijk tien gemeentes zich voor het experiment hebben aangemeld en het besluit daadwerkelijk in werking is getreden, zal de overheid een (nog onbekend) aanvraagtijdvak openstellen waarbinnen telers een aanvraag kunnen indienen om als teler te worden aangewezen om binnen het wietexperiment wiet te telen en te leveren aan coffeeshops. Na sluiting van het aanvraagtijdvak zal de overheid overgaan tot een selectie. De aanvragers dienen een VOG over te leggen, er zal een integriteits-(BIBOB)onderzoek volgen en er dient een ondernemingsplan te worden overgelegd. In dat ondernemingsplan dient onder andere uiteen te worden gezet hoe de productie zal plaatsvinden en hoe er zal worden beveiligd, hoe er met het afval omgegaan wordt, hoe er vervoerd word en er dient een financieel plan te zijn. In het najaar van 2019 worden bepaalde voorschriften nader vastgesteld, bijvoorbeeld met betrekking tot de verpakking en het gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen. De overheid kan bij de selectie van de telers ook een loting toepassen.
Investeerders zullen niet alleen een geschikte teler moeten vinden, er zal ook een behoorlijk startkapitaal beschikbaar moeten zijn. In het experiment is de verwachting dat in totaal aan ongeveer 54 coffeeshops zal worden geleverd. In de toelichting bij het ontwerpbesluit wordt uitgegaan van één wekelijks transport per teler. Er zullen kosten gemaakt moeten worden voor bijvoorbeeld salaris- en opleidingskosten van personeel, beveiliging van teeltlocaties en transport. Het experiment zal minimaal vier jaar duren. Daarna zal er een wetsvoorstel over de gesloten coffeeshopketen moeten worden aangenomen door de tweede kamer. In de politiek is er nog veel weerstand tegen regulering van wietteelt, maar er lijkt geen weg meer terug te zijn. Vooral vanwege de ontwikkelingen in het buitenland zoals in Canada waar de teelt van wiet als is gereguleerd. De SP heeft zelfs al de mogelijkheid geopperd om XTC te reguleren! Als het wietexperiment een succes wordt, zou dat wel eens de volgende stap kunnen zijn..
D.M. Penn